In het spanningsveld tussen wetenschap en politiek

Over de bekrompenheid van het Europese gezondheidsbeleid

Terwijl de internationale onderzoeksgemeenschap de micronutriënten steeds meer omarmt, probeert de Europese politiek – en vooral de Duitse regering – het belang van een nieuw, preventief gezondheidszorgsysteem met strengere wetten tegen te houden.

Sinds het eerste onderzoek in het begin van de jaren negentig kan het internationale onderzoek naar micronutriënten nu worden gezien als een succesverhaal. Terwijl Dr. Mattias Rath en tweevoudig Nobelprijswinnaar Linus Pauling 30 jaar geleden eenzame stemmen waren in wat toen een heel andere wetenschap was, is de wind juist sinds 2010 merkbaar gedraaid. De volgende grafiek toont op indrukwekkende wijze de toename van het aantal wetenschappelijke artikelen in de afgelopen tien jaar.

Ontwikkeling van onderzoekspublicaties op PubMed* op “vitaminen” en “gezondheid” (zoekterm: “vitaminen + gezondheid”)

Deze tendens zien we echter niet alleen in artikelen over het belang van vitaminen voor de gezondheid. De tendens is al even positief op gespecialiseerde gebieden zoals cardiovasculair onderzoek of kanker, osteoporose, immuunsysteem en virusziekten. Vooral in opkomende landen zoals Iran is er steeds meer aandacht voor de wetenschappelijke resultaten van de moderne micronutriëntenzorg.

Dit is natuurlijk geen toeval. In de westerse landen en vooral in de landen van de Europese Unie is de invloed van de farmaceutische industrie zeer groot. Subsidies en samenwerkingsverbanden met universiteiten definiëren hier een toewijding aan symptoom-georiënteerde orthodoxe geneeskunde. De economie van de grote industrielanden tussen de Noordzee en de Middellandse Zee is te zeer afhankelijk van de multinationale farmaceutische fabrieken.

Dit was te horen uit de gelederen van de verantwoordelijke politici, vooral bij de behandeling van de coronaviruscrisis. De sterke koppeling van de Duitse staatsbelangen aan het wel en wee van de farmaceutische industrie werd eensgezind gehoord. Progressieve, natuurlijke oplossingsrichtingen werden genegeerd en in plaats daarvan werd een door farmaceutische bedrijven gevonden oplossing niet alleen beschermd, maar ook bevorderd met miljarden van de belastingbetaler.

In de EU wordt al veel strenger met microvoedingsstoffen omgegaan dan in vergelijkbare industrielanden als de VS, maar de regeringscoalitie plant een nog strengere wetgeving op EU-niveau. In een motie van 20 april 2021 roepen de parlementariërs van CDU/CSU en SPD de regering op om ook in de Europese wetgeving maximumniveaus vast te leggen die zo laag zijn dat elk positief effect veel moeilijker wordt gemaakt. Voorts wordt deze verordening uitgebreid tot fytonutriënten en is zij niet alleen van toepassing op voedingssupplementen, maar ook op vitaminesupplementen in levensmiddelen.

Nu al heeft de EU een van de strengste wetgevingen ter wereld op het gebied van vitaminen. De EU-Commissie heeft in Verordening (EG) nr. 1924/2006 bepaald dat microvoedingsstoffen alleen mogen worden beschreven met een beperkt aantal claims. Alleen door de EU goedgekeurde claims mogen worden gebruikt. Dit betekent dat wij, als vooruitstrevend bedrijf met hoge kwaliteitsnormen en eigen onderzoek, aanzienlijk beperkt worden in onze mogelijkheden om uitspraken te doen – ondanks wetenschappelijk bewijs.

Maar zelfs deze wanhopige pogingen zullen niet in staat zijn de onstuitbare herstructurering van het gezondheidszorgstelsel te stoppen. Door de explosie van het onderzoek naar microvoedingsstoffen zal op middellange termijn de bewijslast geleidelijk toenemen. De Europese politiek zal zich dan niet langer hiertegen – en tegen de wil van haar eigen kiezers – kunnen verzetten.